Zaterdag 14 augustus: Met de ferry naar Kerry

Vroeg opgestaan om alles in te pakken en het huis netjes achter te laten. Om kwart over 9 verlaten we Westport. De eerste bestemming is de Cliffs of Moher: een van de ‘must sees’ in Ierland. We kiezen voor de toeristische route maar dat is ook de snelste route volgens Google. Het weer is pet maar de route is prachtig. We rijden zoveel mogelijk langs de kust. Na 170 km zijn we bij de Cliffs van Moher. We worden gezien als seniors en krijgen pp 1 euro korting op de toegangsprijs. We bekijken het informatiecentrum en lopen daarna naar de uitzichtspunten over de kliffen. Het regent af te toe en het is heiig. De drukte valt wel mee maar er zijn ook geen busladingen toeristen vanwege corona. De kliffen zijn 200 meter hoog. De oceaan beukt er op de rotsen. Er staat veel wind. Het regent helaas. Ivo koopt er een fleece vest. Dan rijden we verder. Een kleine verrassing in de route. Met de ferry naar Kerry, we steken in 20 minuten met een snelle veerboot de moniding van de Shannon over. In Tralee hebben we de auto geladen en en wat te eten gehaald. De Ier waarop we moesten wachten bij de lader zong een liedje over een Dutch regiment voor me. Hij vertelde allerlei verhalen over zijn reizen door Europa. Toen de auto aan de lader stond hebben we even boodschappen gedaan. Toen we terugkwamen was er een dame met een hoop vragen over het laden van een auto. Ook weer een gezellig gesprek. Na een snelle hap in de auto rijden we verder naar het hotel in Glenbeigh, dat ligt al op de beroemde Ring van Kerry. De kamer had volgens de beschrijving geen uitzicht. Wij dachten aan een dakraam oid maar het bleek dat we boven de keuken zaten. We sloten de de dag af in de bar van het hotel met een Guinnes.